De familie Mastboom

    Een paar leden van de familie Mastboom hebben een belangrijke rol vervuld in het leven van enkele leden van de familie Bus in de Haarlemmermeer.

    Dat begint bij de onderlinge familierelatie. Antonia Bus (1790-1857) was getrouwd met Joannes Mastboom (1785-1862).
    Antonia Bus was de achter-tante van Johannis Bus, de stamvader van de familie Bus in de Haarlemmermeer. De overgrootvader van Johannis, Jacobus Bus (1727-1776) was de opa van Antonia.

    Joannes Mastboom en Antonia Bus woonden en werkten in Oud- en Nieuw-Gastel.
    Joannes Mastboom was een succesvol bierbrouwer en Burgemeester van Oud- en Nieuw-Gastel. Zijn vader, Petrus Mastboom en twee broers van Joannes waren ook bierbrouwer. Een zoon, een kleinzoon en een achterkleinzoon zetten de brouwerij Het Bourgondisch Kruis voort.
    Een andere zoon en kleinzoon werden eveneens burgemeester.

    Hieronder een overzicht van de families Mastboom en Bus die belangen hadden in de Haarlemmermeer. Alleen relevante personen die de onderlinge relaties tussen deze families in dit verhaal laten zien en de personen die financieël aan elkaar verbonden waren, worden hier getoond.

     
    Mastboom
      |
    |
    |
     
    Bus
         Petrus Masboom (Wouw)     |
    |
       Jacobus Bus (1727-1776)
            |   |
        Petrus Mastboom (1746-1820)
    (bierbrouwer in Oud Gastel) 
        |
    |
      Godefridus Bus   Johannes Bus
        |     |     |
      Petrus Mastboom (1783-1834)
    (bierbrouwer)
    Joannes Mastboom (1) (1785-1862)
    (bierbrouwer)
    (burgemeester)
    Antonia Bus  (1790-1857)
    Jacobus Mastboom (1796-1862)
    (burgemeester)
      |
    |
    |
    |
      Antonia Bus Henricus Bus   Jacobus Bus
        |     |         |
        Petrus Govardus Mastboom (2) (1819-1896)
    (bierbrouwer)
    Henricus Petrus Mastboom (3) (1834-1887)
    (burgemeester)
        |
    |
    |
    |
            *Johannis* Bus (1831-1909)
        |       |         |
      Johannes Gerard Marie Mastboom (4) (1849-1935)
    (arts)
    Maria Mastboom (1851-1940)
    Cornelis Johannes Verheijen (5)
    Gerardus Franciscus Johannes Mastboom (1853-1899)
    (bierbrouwer) 
    Antonie Gerard Johannis Mastboom (1868-1954)
    (burgemeester)
      |
    |
    |
    |
      Cornelis Bus (1871-1935)   Goverdus Bus (1872-1937)
          | |   |          
          Johannes Maximus Maria Mastboom (1880-1944)
    (bierbrouwer)
    Henricus Petrus Alphonsus Maria Mastboom
    (1907-1999)
      |
    |
    |
             

     

    Joannes Gerardus Maria Mastboom omstreeks 1891  Gezin CJ Verheijen Mastboom omstreeks 1893  Gerardus Mastboom bierbrouwer omstreeks 1888 copy 

    Brouwerij Het Bourgondisch Kruis omstreeks 1893

    Bovenstaande foto's zijn stills uit diafilms van R. Tak, Heemkundige kring Gastel.

    De familie Mastboom was vele jaren invloedrijk en welgesteld in Oud- en Nieuw-Gastel. Enerzijds zal er veel geld verdiend zijn met de brouwerij Het Bourgondisch Kruis, anderzijds zal de functie van burgemeester hen ook het een en ander hebben opgeleverd.

    Belangen in de Haarlemmermeer

    Joannes Mastboom (1), bierbrouwer en burgemeester van Oud- en Nieuw Gastel, koopt op 15 juni1855, kort na het droogmalen van de Haarlemmermeerpolder en de start van de veiling van de gronden in 1853, de kavels JJ 28, JJ 29, JJ 30 en kavel MM 03. Daarnaast, waarschijnlijk voor derden, de kavels  GG 28/29/30, JJ 19/20/21 en PP 29, kavels die in 1857 alweer in andere handen zijn.

    In 1857 overlijdt zijn vrouw Antonia Bus en in 1862 overlijdt ook Joannes Mastboom. De boedel wordt verdeeld. De nieuwe eigenaren worden zijn zonen Henricus Petrus Mastboom (kavel MM 03, verpacht aan Goof Bus) en Petrus Gerardus Mastboom (kavels JJ 28/29/30, verpacht aan Johannis Bus).

    In 1865 worden Henricus Petrus Mastboom (2) en Petrus Gerardus Mastboom (3) op een lijst vermeld die als grondeigenaren stemgerechtigd zijn om het bestuur van de Haarlemmermeerpolder met respectievelijk 2 en 3 stemmen te mogen kiezen. Beiden worden ook genoemd als personen die in het bestuur zouden kunnen plaastnemen. 

    Johannes Gerard Marie Mastboom (4), zoon van Petrus Gerardus (3), was arts en een van de grondleggers van het Joannes de Deo ziekenhuis in Den Haag dat later het Westeinde ziekenhuis werd genoemd en nu onderdeel is van HMC Westeinde.
    Hij had o.a. enige tijd de kavels JJ 28/29/30, die aan Johannis Bus verpacht waren, in bezit. Ook verstrekte hij in 1908 een hypotheek aan Govert bus zodat hij kavel JJ 12 van Petrus Gerardus Mastboom kon kopen.

    Kort na het overlijden in 1864 van Theresia Petronilla Dam, de eerste vrouw van Petrus Govardus Mastboom, komen de kavels JJ 28/29/30 in het gemeenschappelijk bezit van Johannes G. M. Mastboom, zijn zus Maria Antonia Mastboom en zijn broer Gerardus F. J. Mastboom.
    In 1896 wordt dit bezit gescheiden en verdeeld. De echtgenoot van Maria Antonia Mastboom, Cornelis Johannes Verheijen, verwerft de kavels JJ 28/29/30 en betaald de twee zwagers elk met een derde van de geschatte waarde van 50.000 gulden (16.666,66 2/3).

    Cornelis Johannes Verheijen (5) die getrouwd was met Maria Antonia Mastboom, de zus van de arts J.G.M. Mastboom, heeft in 1910 de kavels JJ 28/29/30 in bezit. Die verkoopt hij in 1910 aan Cornelis Bus.

     

    Familiefortuin
    (overgenomen van Heemkundekring 'Het Land van Gastel' - Genealogie van de familie Mastboom)

    De omvang van het familiefortuin van de Mastbomen valt enigszins af te leiden uit de Gastelse ranglijst van belastingbetalers. ln 1896 waren de hoogst aangeslagenen burgemeester De Bie, dokter Dautzenberg en de beide bierbrouwers vader Petrus en zoon Gerardus Mastboom. Het brouwen van bier was eeuwenlang een winstgevend bedrijf geweest, maar omstreeks 1900 keerde het tij. Van de 207 brouwerijen die Noord-Brabant toen telde, waren er in 1930 nog maar 23 in bedrijf.

    Een zoon van Gerardus schakelde nog over op het drogen van groente, maar in 1922 sloot hij definitief de poort van ‘Het Bourgondisch Kruis’ en vertrok met zijn gezin naar Roosendaal. Met de sluiting van de brouwerij eindigde de ambachtelijke activiteit van de familie. Oud Gastel zou hen niet meer zien ‘werken’.

    De oudste van de zes kinderen van Petrus Mastboom, de arts Johannes, was weliswaar zichtbaar actief in een duidelijk beroep, maar hij deed dat ver weg in Den Haag, waar hij naam maakte als grondlegger van het Westeinde- ziekenhuis. Alleen de twee jongsten, uit het tweede huwelijk, bleven in het dorp: Petrus (1867-1949) en Antonius (1868-1954). Piet was directeur van de door Henricus opgerichte verzekeringsmaatschappij. Hij woonde tegenover de kerk, en kreeg één zoon, Jan. Deze volle neef van Henri Mastboom brak met de familietraditie: hij huwde ‘beneden zijn stand’ en was, naar men zegt, allerminst zuinig. Ook hij verliet Oud Gastel.

    Antonius Mastboom (de vader van Henri) werd in 1898 op zijn 29e de jongste burgemeester van Nederland. In 1904 trouwde hij met Maria Brosens (1879-1963). Zij hadden een goed huwelijk, maar geen rijke kinderzegen. Marie verloor haar eerste kindje, een meisje, na een val tijdens de zwangerschap. Op 16-07-1907 werd een zoon geboren. De gelukkige ouders plantten een moerbeiboompje in de tuin achter het huis. Henri, of Harrie, zoals hij in Gastel werd genoemd, zou enig kind blijven.

    Toon Mastboom zou 42 jaar het burgemeestersambt bekleden, wat hij combineerde met tal van andere posten. Zo vertegenwoordigde hij West-Brabant 27 jaar lang in de Provinciale Staten. Een kandidaatstelling voor de Tweede Kamer leverde onvoldoende stemmen op, maar dat heeft niet aan Oud Gastel gelegen. Hij was dijkgraaf, eerst van het waterschap Mark en Dintel, later van Heerjansland. Bovendien was hij commissaris en/of aandeelhouder en/of directeur in een aantal ondernemingen, de brandverzekeringsmaatschappij ‘Zekerheid Geeft Rust’, de waterleidingmaatschappij Noord-West-Brabant en in de suikerfabrieken. Hij maakte zich sterk voor het katholiek onderwijs: het Roosendaalse St. Norbertrus-en het St. Gertrudislyceum en de St. Radboudstichting. Daarnaast zat hij in tal van besturen, zoals van de R.K. Kiesvereniging, de Elisabethvereniging, de Paulusvereniging (tegen drankmisbruik) en de handboogschutterij ‘Eendracht maakt macht’

    De standsbewustheid en rijkdom die Toon en Marie van huis uit kenden, leidde bij hen niet tot een leven in weelde, integendeel. ’s Zondags zagen de Gastelaars hen naar de kerk gaan, keurig gekleed, maar altijd hetzelfde. Over de satijnen zomerjas van Marie grapte men dat het de voering was van haar winterjas. Ook werd er beweerd dat zij en het personeel ’s winters rond het fornuis in de keuken zaten met de voeten in een bak hooi om brandstof te sparen en dat ze het afwaswater voor verhitting eerst opwarmden in de zon. Dat alles was niet waar, maar het beeld zat er niet ver naast.

    Marie had een kostbare, zestigdelige huwelijksuitzet meegekregen, met onder meer kuitlange hemden, afgezet met Brusselse kant. Ze heeft er haar hele leven mee gedaan, want alles werd eindeloos versteld. Achter hun huis bezaten ze een enorm stuk grond met een boomgaard, moestuin en weilanden. In de schuur stonden schapen, Marie heeft ook een aantal jaren kippen gehouden. Ze waren vrijwel zelfvoorzienend. Het wecken van groente, oogsten van fruit en het maken van jam en gelei nam ieder seizoen veel tijd in beslag. Ze aten uiterst eenvoudig. Koffie en thee tussendoor was er niet bij. En de thee werd, dit verhaal klopt wel, afgemeten met een vingerhoed.

    Deze sobere levenswijze, die steeds ongewoner werd naarmate de welvaart steeg, verwachtten zij ook van hun personeel en pachters. Als die zich met hard werken een beetje luxe konden veroorloven, was het zaak die uit het zicht van meneer en mevrouw te houden, want anders zou de pachtprijs stijgen. Op gezette tijden inspecteerden zij hun boerderijen. Als zij daar in hun eenvoudige, niet al te nieuwe auto arriveerden, was de radio weggeborgen, het natuurstenen tuinpad tijdelijk verwijderd. Begin 1940 nam hij op eigen verzoek afscheid als burgemeester. Bij zijn aantreden was hij ‘s lands jongste burgemeester, bij zijn vertrek de oudste. Zoon Henri verwachtte zijn vader op te kunnen volgen als burgemeester. Tot beider grote teleurstelling is dit echter nooit gebeurd.

      

    Op 7 april 2022 zat er in het KRO/NCRV tv programma BinnensteBuiten een item dat uitgebreid het huis van de familie Mastboom liet zien. Een uniek huis omdat het na het overlijden van Henri Mastboom in precies dezelfde staat is behouden zoals hij het van zijn ouders Antoon Mastboom een Maria Brosens had geërfd.

     


    Meer informatie en foto's over de familie Mastboom

    Heemkundige kring Oud Gastel over de familie Mastboom

    De Mastboom Brosens Stichting

    Petrus Mastboom (1746-1820)
    De ouders van Petrus bezaten de grootste bierbrouwerij van Wouw. Petrus zelf kocht in 1774 de Bierbrouwerij Het Bourgondisch Kruis in Oud Gastel en vond er ook een echtgenote. Hij behoorde meteen tot de notabelen; hij wordt enkele malen vermeld op schepen in Oud Gastel.

    Johannes Mastboom (1785-1862)
    Johannes bracht het nog verder dan Petrus. Ook hij was bierbrouwer, maar de laatste tien jaar van zijn leven was hij burgemeester van Oud Gastel. Zijn broers behoorden ook tot de notabelen. Een broer bezat een bierbrouwerij in Oudenbosch.

    Henricus Mastboom (1834-1887)

    Petrus Mastboom (1819-1896)
    Petrus was de oudere broer van Henricus en zette de brouwerij voort. Diens woonhuis en het bedrijf stonden aan de Dorpstraat 46. Petrus Mastboom was de enige van de negen kinderen die voor nageslacht zorgde. Dat deed hij goed: uit twee huwelijken werden zes kinderen geboren. Zijn eerste vrouw kwam uit Roosendaal, de tweede uit Baarle-Nassau. Toen zoon Gerardus (uit het eerste huwelijk) in 1874 trouwde, liet zijn vader voor zichzelf, zijn tweede echtgenote Adriana Gillis en hun drie jonge kinderen op de plaats van de moestuin naast de brouwerij een nieuw huis bouwen: het huidige pand Dorpsstraat 44.

    Antonius Mastboom (1868-1954)
    De omvang van het familiefortuin van de Mastbomen valt enigszins af te leiden uit de Gastelse ranglijst van belastingbetalers. ln 1896 waren de hoogst aangeslagenen burgemeester De Bie, dokter Dautzenberg en de beide bierbrouwers vader Petrus en zoon Gerardus Mastboom. Het brouwen van bier was eeuwenlang een winstgevend bedrijf geweest, maar omstreeks 1900 keerde het tij. Van de 207 brouwerijen die Noord-Brabant toen telde, waren er in 1930 nog maar 23 in bedrijf.
    Een zoon van Gerardus schakelde nog over op het drogen van groente, maar in 1922 sloot hij definitief de poort van Het Bourgondisch Kruis en vertrok met zijn gezin naar Roosendaal. Met de sluiting van de brouwerij eindigde de ambachtelijke activiteit van de familie.

     

    De naam Mastboom komt van de bomen van de grove den (Pinus Silvestris) die voor scheepsmasten gebruikt werden. Het Mastbos bij Breda dankt zijn naam ook aan die mastbomen. Andere namen voor de grove den zijn pijnboom en vliegden.

     

    Terug naar Johannis Bus

     

     

     

     

    Nieuwsbrief

    Op onregelmatige tijden wordt er een nieuwsbrief verzonden. Denk daarbij aan een of enkele keren per jaar.

    Matomo opt-in

    Main Menu