Vele jaren heeft Henk Smit voor de Haarlemse bioscopen grote en kleine reclameborden geschilderd die aan de gevel bevestigd werden. De kleinere borden schilderde hij o.a in de kelder van Cinema Palace, voor de grote borden moest hij uitwijken naar een loods naast het Roxy theater. Zonder zijn werk zouden de bioscopen beduidend minder bezoek getrokken hebben.
Iedere bioscoop had zijn eigen borden. Die werden keer op keer door Henk overgeschilderd. Daardoor is er helaas weinig of geen werk van hem bewaard gebleven.
Jan heeft Henk Smit van dichtbij meegemaakt. Zijn herinneringen aan deze markante en tegelijk bescheiden man staan hieronder.
Thuis had hij toch niet veel te doen dus sleet Henk Smit zijn dagen liever in het wereldje dat hij zo goed kende, op de plek waar de stad volop leefde, namelijk op de bank in de hal van de Cinema Palace vanwaar hij naar de voorbijgangers zat te kijken en zich de pest kon ergeren aan het draaiorgel. Hij kende ook veel passanten en zwaaide vaak of foeterde op iemand, maar zijn favoriete zaterdagse ergernis was en bleef het draaiorgel pal voor de deur. ’Die kolereherrie!’ Om Henk te kalmeren vroegen we na een half uur levensliederen en Tulpen uit... wel eens vriendelijk of ze niet een kleine veertig meter konden opsodemieteren. Maar dat deden ze niet altijd. Het gebeurde niet elke keer - en let wel, we hadden beslist geen hekel aan het oer-Hollands draaiorgel en haar uitbaters - maar als het ding voor de deur stond was het in de zaal te horen. Dat hadden we ook wel eens gezegd, want een half uur dat getingel en getrommel tijdens Sjors en Sjimmie of Dik Trom, ging ons gewoon te ver. Op een gegeven moment parkeerden ze het orgel overigens toch keurig een tiental meter vóór of na de Cinema.
zijn bioscoopfamilie
Veel werkte Smit tweede helft van de jaren zeventig niet meer, maar nu en dan schilderde hij nog wel iets voor een theater, zoals bordjes met slogans voor in de vitrines of aankondiging in de hal. Vaak had hij dat soort borden nog wel ergens in de kelder liggen van een vorige vertoning en anders smeerde hij simpel over iets anders heen. Voor de Cinema schilderde hij ook de lange, smalle borden voor boven de toegangsdeuren.
Henk Smit was een aimabele, vriendelijke en uiterst beleefde man en behoorde - wat oneerbiedig uitgedrukt - tot het meubilair. De Cinema Palace was zijn thuis, het personeel zijn tweede familie. Regelmatig ging hij rond 18:00 uur bij El Cid een hapje eten en kwam dan later weer terug, maar bedrijfsleider Leo, zijn vrouw, en Mieke en ik gingen ook wel eens met hem mee om gezamenlijk te eten en dat was voor Henk een soort familiediner. El Cid zat wat verderop in de Grote Houtstraat op nr. 165 (tegenover de Kerkstraat), een gezellig restaurantje en Henk kende de eigenaars goed. Menigmaal nam hij 's avonds een taxi naar huis, maar personeel bracht hem na het afsluiten ook vaak even met de auto naar huis. Want iedereen mocht die ietwat stille en voorovergebogen lopende man gewoon graag. Helemaal stil zat hij nu ook weer niet want hij verzorgde wel de weeklijst met voorstellingen van alle theaters voor bv. de Echo en het Haarlems Weekblad. De in die tijd bekende lange, witte lijst.
Op 9 oktober 1975 zouden we de première krijgen van Haanstra’s Dokter Pulder Zaait Papavers, met Kees Brusse en Dora van der Groen. Henk Smit kende 'iemand' en zou die persoon wel even bellen. Tot onze stomme verbazing kwam enkele dagen later bijna de gehele voorraad kunststof papavers die in de film was gebruikt en daar hebben we toen de voorgevel, hal en foyer mee opgesierd.
In oktober 1974 zouden we The Great Gatsby krijgen en bedrijfsleider Leo had het idee opgevat om de oude tijd toch nog een keer te laten herleven. Hij vroeg Henk of hij nog één keer een geveldoek wilde schilderen. Hij sputterde eerst wat tegen maar uiteindelijk gaf Henk toe, drukte mij een boodschappenbriefje in de hand en vroeg me vriendelijk om even naar Pompe in de Gierstraat te lopen en meteen maar door naar wijnhandel Okhuijsen. Het personeel werd vriendelijk verzocht wat meer groenten uit conservenpotten te eten want die gebruikte hij altijd voor het mengen van verf. Dr. Zhivago werd naar de foyer gesjouwd, want daar was meer ruimte en als bijkomstigheid meteen ook leuk voor het publiek. 'Smits Workshop' zou dat tegenwoordig heten. In gedachten hoor ik hem schamper lachen. Terwijl Henk voor de onderlaag alvast in een oude conservenpot met gif stond te roeren, hadden wij Zhivago van de frames gehaald om er vervolgens twee maagdelijk nieuwe stukken canvas doek op te spannen. Overdag viel er genoeg daglicht door de ramen van de foyer maar met behulp van wat spots kon hij desnoods nog wat later doorwerken. Eenmaal klaar moest het uiteraard nog wel even tegen de gevel worden gehesen. Luc Boumans' Par38 spots herinner ik me nog wel want we gebruikten ze met die twee laatste doeken nog. In mijn ogen was het absoluut een kunst op zich, om vanaf een foto, en van relatief dichtbij, zo'n grote afbeelding in de juiste verhouding en kleuren te schilderen, en dat zo gelijkend mogelijk voor twee doeken. Een doek met Zhivago heb ik behouden en het zodoende kunnen redden, het bestaat nog. Van dichtbij ziet het er zo simpel geschilderd uit, terwijl het van afstand een goed herkenbaar affiche opleverde met de filmtitel in een niet te missen blaartrekkende kleur, ook een kunst apart.
Doch de tijd van de grote borden aan de gevel was voorgoed voorbij en voortaan zouden mijn collega en ik zelf iets met reclameborden moeten verzinnen. Te beginnen met Kerst 1976 want de première van King Kong kwam eraan. Ik timmerde wat simpele, demontabele borden die zowel in V als in rechte lijn konden hangen en worden beplakt of beschilderd. Wat extra spots deden de rest.
Henk keek het allemaal minzaam aan en trof ondertussen wat voorbereidingen om de borden boven de deuren naast de kassa te schilderen, want het kleine werk deed hij nog wel.
Mijn vriendin Mieke en ik raakten langzamerhand met Henk bevriend, hij kwam wel eens een avondje langs en we vierden een aantal keer samen Kerst. Erg leuk en interessant want hij had uiteraard wel wat meegemaakt en te vertellen en deed dat dan ook met verve. Eind 1976 kwam Henk eens bij ons op bezoek voor zomaar een gezellige avond. Henk was in de loop der tijd erg op Mieke gesteld geraakt en die avond kreeg ze een ondertekend zelfportret van hem uit 1934, naar ik denk uit zijn tijd op de kunstnijverheidsschool. Mij schonk hij een plakboek met schetsen, ideeën en knipsels.
Je kunt je iets bedenken... want niet lang daarna, op een kwaadaardige avond in maart 1977, rinkelde bij Mieke nog laat de telefoon. Na enige verificatie vertelde een verpleegkundige dat ene mijnheer Henk Smit in het ziekenhuis was opgenomen en afscheid van ons wilde nemen. Dat is wegens omstandigheden wat hoeveelheid en prioriteit van het bezoek betrof helaas niet gelukt en Henk overleed die nacht.
De foto van Henk op de bank met de perforatie heb ik enkele dagen voor zijn dood genomen. De perforatie is echt geen fotoschoptrucje maar het lot. Het was namelijk de 25e van een rolletje dia's van 24. Dat ging vaak mis, soms leverde dat een halve afbeelding op, een andere keer twee opnames over elkaar, en dus mislukt. Anders gezegd: Hij was wonderlijk goed gelukt! Henk Smit, enkele dagen voor zijn dood in zijn karakteristieke houding in de hal met glaasje appelsap voor de bank, ondertussen wat vertwijfeld zoekend naar zijn pakje Caballero terwijl hij ongeduldig wacht op dat vervloekte heidense straatorgel. Alles per abuis tussen de perforatie. Toeval bestaat niet.
Om iedereen in de gelegenheid te stellen naar de crematie op Westerveld te gaan, bleven de deuren van de Cinema Palace die middag gesloten en iedereen was ook aanwezig, plus veel andere belangstellenden uit de bioscoop- alsmede de reclamewereld.
Henk Smit had tijdens zijn laatste voorstelling letterlijk een zaal vol bioscooppubliek.
Toen ik Henk eens vroeg wat eigenlijk zijn favoriete kunstenaars waren zei hij zeer gedecideerd: ‘Rembrandt en Paganini..!’
Genialer bestaat bijna niet om Henk Smit in gedachten te houden.
Alleen Henk zelf wist de geheime weg in de anarchie van z'n atelier in dat deel van de kelder. Glasbakken waren er nog niet maar enkele maanden na zijn overlijden hebben we de boel dan ook maar uitgeruimd, want we moesten het nu echt zelf doen. Waarom had ik tijdens zijn lesjes niet beter opgelet... Met de komst van collega Kees Slings beschilderden we de borden vaker. Kees had wat dat aanging gelukkig meer inzicht dan ik.
De rest van mijn leven heb ik me ook altijd vergist: op de Gedempte Oude Gracht haal ik nog steeds geen kwastje of potje verf bij 'Gerard' Smit, maar bij 'Henk' Smit. Die verspreking heb ik er nooit uitgekregen en wat mij betreft blijft dat zo.
Cinema Palace |
Andere operateursLaatste voorstellingBeginjaren |
Zeeland |