Gebouwgeschiedenis en projectie-apparatuur - overzicht
In het boek Haarlem Filmstad wordt uitvoerig aandacht besteed aan alle ontwikkelingen van het maken, produceren en vertonen van films in Haarlem, de stad die voor de filmindustrie in Nederland van groot belang is geweest. Ook alle bioscopen die de stad gekend heeft worden uitvoerig besproken met veel ruimte voor de maatschappelijke betekenis van de bioscopen. Hier wil ik meer ruimte geven aan mijn persoonlijke ervaringen en die van andere operateurs en speciaal op deze pagina de geschiedenis van het gebouw van Cinema Palace en de apparatuur die er gebruikt werd in de bijna honderd jaar die deze bioscoop bestaan heeft.
Op de plaats waar Cinema Palace is gevestigd, Grote Houtstraat 111 - 113, waren begin 1900 twee panden. Een winkel- woonhuis en een Rijwielschool. Jan Inpijn, die smid was, bewoonde tot 1904 nummer 111. In de eerste jaren hebben de panden en de achterliggende ruimten verschillende verbouwingen meegemaakt. De open ruimte tussen de Grote Houtstraat en het Klein Heiligland werd bebouwd en panden aan het Klein Heiligland die aan die grond grensden werden erbij opgenomen. Aan de Grote Houtstraat was eerst de winkel en showroom voor Automobielen en een Rijwielschool, aan het Klein Heiligland de garages en werkplaatsen. De ene verbouwing en vergroting van de werkplaatsen volgde na de andere. Maar in 1915 werd op nummer 113 met achterliggende ruimte een bioscoop gemaakt. In 1917 werd dat veel groter aangepakt en kreeg Cinema Palace de zaal en het balkon zoals die later bij velen bekend is geworden. Er volgen verbouwingen in 1924, 1928 waarbij de gevel en entree de bekende vorm kreeg, 1954 en 1989. In 2011 werd de bioscoop omgebouwd tot een kledingwinkel, waarbij een aantal geveldelen van de bioscoop bewaard zijn gebleven.
1904 Inpijn automobielen
Jan Inpijn (1878 - 1947) is in 1899 in Haarlem begonnen als smid, werd fietsenhandelaar en had een Rijwielschool.
Na een brand in 1904 begint hij opnieuw en importeert hij automobielen.
In 1912 verandert hij de naam van Firma J. Inpijn in: Eerste Haarlemsche Auto Maatschappij v/h J. Inpijn.
Datzelfde jaar verschijnt in De Revue der Sporten een artikel over deze 'modelinrichting voor automobielen'.
Gevels vóór en na de verbouwing in 1911. Links nummer 111, de dubbele deur van de inrit naar de achtergelegen garage en werkplaatsen. Rechts nummer 113, het woonhuis waarvan de benedenetage een etalage en showroom werd voor de automobielen van o.a. Mercédès en Dion Bouton. Inpijn en zijn gezin gingen hierboven wonen (Bouwtekeningen: Noord-Hollands Archief (NHA)). |
1915 Bioscoop
Na het instorten van de autohandel gedurende de Eerste Wereldoorlog is J. Inpijn in zijn showroom een bioscoop begonnen.
Het programma van die openingsavond wordt in een advertentie in het Haarlemsch Dagblad aangegeven. Een zestal films zoals een mooi uitstapje in Frankrijk langs de Tarne, het Pathé Journaal en een klucht van Max Linder. De hoofdfilm 'De Lijdensweg eener Koningin' bestaat uit drie acten. Omdat er maar één projector stond, werd de film na iedere acte of film kort onderbroken. Het zaallicht ging gedempt aan en de pianist D.G. de Haan vulde de stiltes op. Tijdens de geluidloze, stomme films vertelde explicateur H. Eljon wat er op het doek te zien was.
De toegangsprijzen lopen sterk uiteen. De goedkoopste plaatsen kosten een dubbeltje (voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten), de duurste het zesvoudige! In andere bioscopen zoals De Kroon op de Grote Markt en Sociëteit De Vereeniging in de Lange Begijnenstraat waren diezelfde week de prijzen tussen de 25 cent en 75 cent per plaats (Matinee van 50 tot 15 cent). In de Centraal Bioscoop (het latere Roxy) in de Kleine Houtstraat lagen de prijzen voor volwassenen tussen de 40 cent en 20 cent. Kinderen in de matinee konden al voor 5 cent daar terecht. Militairen halve prijs. Dus de prijzen voor de openingsvoorstelling van Cinema Palace waren duidelijk een lokkertje.
Een bioscoop waar de prijzen erg laag waren zoals in de Centraal Bioscoop (Roxy) zag je voornamelijk arbeiders. Tot na de tweede wereldoorlog droegen middenstanders en ambtenaren een hoed, arbeiders een pet. Zo een bioscoop werd daardoor een pettenbioscoop genoemd.
In de 'Bioscoop-Courant' van 12 februari 1915 (Bron: Delpher) staat onderstaand artikel over de opening van het bioscooptheater in de Groote Houtstraat.
Vrijdagavond (5/2/1915) had de feestvoorstelling plaats voor genoodigden in het nieuwe bioscooptheater, in de Groote Houtstraat alhier. In korten tijd heeft de heer Hagen de vroegere automobielengarage van den heer Inpijn veranderd in een zeer gerieflijke ingericht theater met plm. 200 ruime zitplaatsen. Reeds van buiten maakt het theater een gezelligen indruk door den vriendelijk gebouwden vestibule, die overvloedig is verlicht. Honderden toeschouwers verdrongen zich voor het theater, om degenen gade te slaan, die het vergund was deze opening bij te wonen.
(...) Het electrisch licht is naar de laatste eischen aangelegd met een overgangsapparaat [dimmer]. (...) Centrale verwarming zorgt voor de temperatuur in de zaal. De cabine, welke aan de hygiènische eischen voldoet, is voorzien van het nieuwste Pathé apparaat "Pathéscope", met al wat daarmee in verband staat.
(...) De projectie was zeer goed te noemen, alsmede de explicatie, duidelijk en correct. De muzikale begeleiding der films voldeed ook aan de eischen. Zoo is dan onzen stad weder een theater rijker geworden. (...)
De eerste projector
Op de kaft van dezelfde aflevering van De Bioscoop - Courant staat een advertentie van het Pathé model 1914/1915. Het is waarschijnlijk dat deze projector in de bioscoop van Inpijn gestaan heeft.
Cinema Palace
Uit een verbouwingstekening uit 1915 blijkt dat Inpijn, die de showroom heeft omgebouwd tot bioscoopzaal, gaat uitbreiden. Links de bestaande situatie in 1915, rechts de nieuwe uitbreiding. De ingang met de dubbele deur blijft in gebruik voor zijn achtergelegen garagebedrijf.
De ingang van de bioscoop is links, daar waar de etalage aan de Grote Houtstraat zit. De cabine rechts op een verhoging in het achterhuis, en na de verbouwing nog eens verder naar rechts, richting Klein Heiligland, in een aanbouw op een open plek achter het achterhuis.
De eerste reclamefilms doen hun intrede (1915).
't Was te verwachten, dat we op den een-of-anderen dag de bioscoop in dienst van de reclame zouden krijgen. Want wat is er veilig voor den vindingrijken geest van den reclamemaker. De Hollandia [film] fabriek [aan het Spaarne] heeft nu een film gemaakt voor de bekende bonthandelaarsfirma Weill in de Barteljorisstraat en de heer Inpijn laat die draaien in den Cinema Palace aan de Gr. Houtstraat.
't Is een handige en pakkende reclame. Men krijgt kijkjes in de inrichting van den heer Weill, ziet de velletjes behandelen en krijgt er een kijkje op, hoe de velletjes tot prachtige en kostbare bontwerken worden, onder de handen van het personeel van de heer Weill.
't Zal vooral de bezoeksters van de bioscoop intereseeren, maar nog meer de volgende tafereeltjes, die mannequins vertoonen, welke de elegant gedrapeerde bontwerken dragen.
De reclame-film loopt tusschen andere bioscoopnummers in.
Op het oogenblik is men bezig met de verbouwing van den Cinema Palace. De kantoorlokalen van de Auto-maatschappij worden er bij aangetrokken. Daardoor wordt de zaal tien meter dieper en wint men honderd zitplaatsen.
De zaal is uitgebreid. Het stoelenplan met 184 stoelen is verderop te zien naast het nieuwe stoelenplan van 1917.
1917 Grote verbouwing, nieuwe zaal met balkon
De nieuwe, grote zaal met balkon die gebouwd wordt, is nagenoeg dezelfde zaal als die in de latere jaren tot aan de sluiting in 2011 in gebruik gebleven is. De bovenetage wordt verdeeld over een woonhuis en een kleine foyer.
Door de grote zaal met een groot balkon was het mogelijk om meerdere rangen te maken. De beste plaatsen waren het duurst en de voorste plaatsen - ook we spottend nekloge genoemd omdat je een stijve nek kreeg van het langdurig omhoog kijken - waren de goedkoopste plaatsen. Om zoveel mogelijk bezoekers op de middagvoorstelling te krijgen waren er aparte prijzen voor de matinee.
Het prijzenbord stamt - gezien de gevraagde prijzen - vrijwel zeker uit de jaren 1917 - 1920.
Voor de liefhebbers de plattegronden van vóór en ná de verbouwing in 1917.
TIP: rechtsklik op de afbeelding en kies voor 'Afbeelding openen in nieuw tabblad' voor een grote of extra grote afbeelding.
De verbouwing, of beter gezegd - op de entree na - de nieuwbouw, moet een ingrijpende gebeurtenis zijn geweest. Een deel van het woonhuis wordt gesloopt en de garage en werkplaatsen verdwijnen ook. Hierdoor ontstaat achter de entree een grote ruimte voor de nieuwe bioscoopzaal zoals die grotendeels is blijven staan tot nu toe.
In de nieuwe bioscoopzaal is beneden in de zaal ruimte voor 456 zitplaatsen en op het balkon nog eens 124 zitplaatsen. Totaal 580 zitplaatsen. Een enorme vergroting van de capaciteit vergeleken met de eerste, veel kleinere zaal.
|
||
Onder zeer veel belangstelling, had deze week de heropening plaats van den geheel gerestaureerden Cinema Palace, aan de Groote Houtstraat (dir. Inpijn).
Alle stoelenrijen, de loges en de balcons waren gevuld met genoodigden, dames en heeren, die niet nalieten hun bewondering over de smaakvol ingerichte, tot de puntjes verzorgde zaal te kennen te geven.
Kosten noch moeite schijnen gespaard om de zaal, de entréé, kortom de geheele inrichting zoo chic en aangenaam mogelijk te maken.
De gemakkelijke zitplaatsen, de keurige tapijten en zeilen die den vloer bedekken, de kristallen lichtkronen met haar langzaam en en uitgaand licht, de behaaglijke temperatuur, de gezellige foyer, ze maken deze nieuwe inrichting van den heer Inpijn tot een aangename verblijfplaats, tot een model-inrichting, een bioscoop-paleis van den eerste rang, dat men de beste inrichtingen in Amsterdam kan concureren, en waar uitgaand Haarlem voortaan gaarne zal vertoeven.
Vervolgens is er een uitgebreid verhaal over het optreden van Nederlands eerste filmvedette met internationale bekendheid, Annie Bos, die na de film waarin ze had opgetreden op het toneel verschijnt.
Verschillende mensen bejubelen haar en zelfs de chef-operateur, de heer Boersma, spreekt haar toe.
Maar er zijn ook meteen grote problemen.
Jan Inpijn moet een gewiekst zakenman geweest zijn. In enkele jaren tijds heeft hij veel bereikt. Maar dat betekende ook dat hij vaak conflicten had. Zo wilde hij geen afspraak maken met de pas opgerichte Bond van Theater- en bioscooppersoneel over een verhoging van de salarissen wegens de abnormale werktijden en drukte. De andere Haarlemse bioscopen wilden wel, maar Inpijn niet, terwijl het personeel van Cinema Palace de laagste lonen van de stad hadden. Met zijn personeelsleden zelf had hij ook hevige ruzies. Om onduidelijke redenen of futiliteiten ontsloeg hij hen.
Staking
In de Nieuwe Haarlemsch Courant van november 1917 staat een ingezonden brief:
'De staking aan de Cinema'.
Geachte redactie, Onder hartelijke dank betuiging voor het plaatsen van een door ons aan U gezonden stuk in uw blad dato 12 Nov. en het ingezonden stuk van den heer Inpijn dato 13 dezer, verzoeken wij U beleefd een kleine plaatsruimte beschikbaar te willen stellen om de medeelingen van den heer Inpijn, Cinema Palace, te wederleggen.
1e. Werd op Zaterdag 20 Oct. l.l. ontslagen den operateur J. Geilvoet, op grond dat er voor hem geen werk meer was en dat de heer Inpijn voortaan als patroon niets meer wilde doen dan strikt zijn plicht als patroon gebood en het salaris van dezen operateur kon verdeelen als loosverhoging voor het overige personeel.
2e. Werd op Zaterdag 3 nov. l.l. ontslagen de controleur Meeuwenoord, op grond dat de heer Inpijn iemand anders aangenomen had, die "chic" (!) was. Er was namelijk een dame, die een plaats in de zaal wilde bezetten en aan wie de controleur mededeelde: "Dame, deze plaats is besproken". De heer Inpijn vond dit niet netjes genoeg gezegd; de controleur had moeten zeggen: "Pardon dame, deze plaats is gereserveerd!" Dus niet te verwonderen, dat dáárom iemand wordt ontslagen.
3e. Maandag 5 Nov. d.a.v. ontslagen de explicateur C. Claessens op grond, dat er plotseling stemmen opgegaan zouden zijn voor géén explicatie in het nieuwe theater; terwijl echter dienzelfden avond na onze "trapportaal-conferentie genoemde explicateur door mijnheer Inpijn werd aangeboden: een jaarcontract, met een aanmerkelijke loonsverhoging, wanneer hij voor het lidmaatschap van onzen Bond bedankte. Tableau!
Het hoofdbestuur zou den heer Inpijn bij een vroegere kwestie in het gelijk gesteld hebben, daar ook deze het optreden van den heer Claessens ongemotiveerd vond. Hoe kan de heer Inpijn da zulk een man een jaarcontract aanbieden.
Voorts dat de heer Claessens een Belg zou zijn is onjuist. Weliswaar is hij in België (Borgerhout) geboren, doch is wel degelijk, zooals de papieren uitwijzen, Hollander.
Voorts doet de heer Inpijn het voorkomen als alléén aan het Cinema Palace de geëmployeerden een behoorlijk salaris zouden worden, de waarheid is, dat aan het Cinema Palace de laagste loonen worden betaald.
Het volgende als bewijs: de explicateur zou ƒ 30 p.w. verdienen. Dit is al weer niet juist; de heer Inpijn vergeet er bij te voegen dat hij den explicateur verplicht de films die in het Cinema Palace komen, elders te gaan zien. Dit kost den explicateur voor reizen naar den Haag zoo ongeveer ƒ 3.50 p.w., alzoo blijft over een loon van ƒ 26.50, hetgeen heusch een salaris is, waar menige goede kracht niet mede tevreden is!
De operateur verdient ƒ 10 p. week, maar is tevens de geheelen dag in de auto-zaak werkzaam. Andere operateurs hier ter stede verdienen 70 - 80 pct. meer plus hun 15 pct. duurtetoeslag.
De medeelingen van den heer Inpijn omtrent entréeprijzen-verhooging lijken ons een insinuatie aan het adres der directies hier ter plaatse, waarop wij niet in zulle gaan. Ons optreden in deze is dus uitsluitend gericht tegen den heer Inpijn, Cinema Palace, Groote Houtstr.
U, geachte Redactie, nogmaals dankend voor de verleende plaatsruimte, het bestuur van de Afd. Haarlem van den Bond van Theater- en Bioscooppersoneel, Henri Wensma, Voorzitter, tevens hoofdbestuurder.
Naschrift der Redactie. Onder verwijzing naar de advert. in ons nummer van Woensdag, waarin de heer Levi, secretaris van den Bond van Bioscooppersoneel, het publiek adviseert een afwachtende houding aan te nemen en tevens mededeelt dat de staking geheel buiten het hoofdbestuur staat, meenen wij waarlijk niet beter te kunnen doen, dan de discussies over het onderwerp nu te sluiten en eveneens af te wachten of de leden van den Bond, onder elkander, mitsgaders met den heer Inpijn tot overeenstemming kunnen komen.
In augustus van datzelfde jaar 1917 vraagt Inpijn om 250 nieuwe of gebruikte theaterstoelen. Blijkbaar bevalt een deel van de stoelen niet en wil hij de kwaliteit verbeteren.
Uit Haarlem - Filmstad (pag. 35) Cinema Palace groeide uit tot een van de grote bioscopen van de stad. Maar directeur Inpijn bleef omstreden - hij had al hoogoplopende conflicten gehad met diverse personeelsleden en met de Bond van Theater- en Bioscooppersoneel over salarissen en werktijden. In 1919 belandde een knetterende ruzie tussen tussen hem en de commissarissen van het bedrijf in het Algemeen Handelsblad. Inpijn zou de meerderheid van de aandelen van de bioscoop "op minder correcte wijze" hebben willen kopen, namelijk ver onder de marktwaarde. (...) Wellicht uit vrees voor het effect van de negatieve publiciteit trad Inpijn in oktober 1920 af als directeur. Hij werd opgevolgd door zijn zwager H.J.D (Hein) Daudey, eigenaar van een slagerij op de Gedempte Oude Gracht 93. Inpijns zus werkte al enige tijd in de bioscoop.
Nieuwe directie
Onder Daudey gaat er een nieuwe wind waaien. Er worden plannen gemaakt om het theater opnieuw te verbouwen waardoor het geschikt gemaakt wordt voor de nieuwe geluidsfilms en nog grootsere plannen voor een geheel nieuwe entree en moderne nieuwe gevel. Ook aan de advertenties is te zien dat Cinema Palace een bioscoop is met een eigen karakter en uitstraling.
In het Haarlem's dagblad van 1921 staat een advertentie van het te vertonen programma. Twee hoofdfilms en een journaal, ondersteund door de explicateur Frits Brasse en een groot orkest.
Explicateurs
Na de eerste explicateur, de heer C. Claessens die na een onenigheid die Jan Inpijn met het personeel van zijn bioscoop in 1917 samen met de operateur en een controleur ontslagen werd, zijn er vast veel meer explicateurs geweest. De laatste explicateur was Frits Brasse. Hij was in 1921 de explicateur in Cinema Palace en hij sloot zijn lange carrière, die hem op zeer veel plekken in het land had gebracht, in 1930 af in Cinema Palace omdat de geluidsfilm landelijk zijn intrede deed.
In 1959 heeft de Nieuwe Haarlemsche Courant een interview met hem. Twee dagen later werd hij in het ziekenhuis opgenomen en is kort daarna op bijna 74-jarige leeftijd overleden.
Frits Brasse: ex-Explicateur van de stomme film.
Late minnestreel van zeer grote faam.
"Hooggeëerd publiek! Ik heb de grote eer u mee te nemen naar de sloppen van Parijs, waar het gemeenste tuig der Franse onderwereld samenschuilt en zijn lugubere praktijken uitbroedt. Ik neem u mee, hooggeacht publiek, naar duistere kelders en donkere holen, waar de slechtheid als klam zweet van de muren druipt. Ik verzoek u oplettend te zijn op de ene man, die te midden van al dat tuig zich erop beroepen kan, de gemeenste, de slechtste en de smerigste te zijn. Hij draagt een lap voor het linkeroog en zijn rauwe gelaat is van boven tot onder met littekens bedekt."
Langzaam gaat het licht uit in de "bioscopische onderneming". Het hooggeëerd publiek begint al bij voorbaat te griezelen. Sien knijpt Dorus in zijn ruw-behaarde arm en voor in het zaaltje op een plechtig verhoog begint het lichtende beeld van grauw en verdorven Parijs bibberend tot leven te komen. De "sprekende film" is begonnen. Over het podium stapt een keurig in smoking gestoken man op en neer. Hij praat. Met galmende, sonore stem vertelt hij het verhaal. Hij licht de stokkende beelden toe. Veel meer dan strikt noodzakelijk is om het gespannen toeziend publiek te overtuigen. Het is de explicateur, de man die het onderdeel "sprekend" van het begrip "sprekende film" voor zijn rekening neemt.
1924 Theaterorgel
In de tijd van de 'stomme films', films waarbij nog geen geluid was, werd door een explicateur verteld wat er te zien was op het doek. Hij maakte met eenvoudige hulpmiddelen toepasselijke geluiden, zoals klepperende geluiden bij galopperende paarden, een fluit bij een stoomtrein enzovoort.
In diezelfde tijd is er een Theaterorgel geplaatst om de film muzikaal en met effectgeluiden te omlijsten. Het was het tweede orgel in Nederland van deze Nederlandse maker, Standaart. In augustus 1924, toen het orgel net geplaatst was, heeft de heer Daudey, directeur van Cinema Palace, de pers uitgenodigd om een concert bij te wonen waarop verschillende organisten onder toeziend oog van de Rotterdamse ontwerper van het orgel, de heer Standaart, alle mogelijkheden van het orgel ten gehore werden gebracht. Op de site over Standaart-orgels staan artikelen van: Zeitschrift für Instrument, De kunst (artistiek weekblad), Haarlems Dagblad, Nieuw weekblad voor de Cinematografie, Kunst en Amusementen de Nieuwe Haarlemse Courant, wordt alom de uitgebreide mogelijkheden van het orgel genoemd.
Een van de bijzonderheden van het orgel in Cinema Palace was dat het drie manualen (speeltafels) had, waarvan er twee naast elkaar gemonteerd waren. Een unieke opstelling. Vrijwel altijd zijn de manualen namelijk boven elkaar geplaatst (zie onder).
Op bouwtekeningen staan aangegeven dat er voor het scherm een orkestruimte en een podium waren. Onder de vloer een orgelkamer. Jaren later zijn in de ruimten onder en achter het projectiescherm fundamenten en bevestigingen gevonden die waarschijnlijk gebruikt zijn voor dit theaterorgel en de klankkasten.
1925 Feest
In 1925 wordt het 10-jarig bestaan van Cinema Palace feestelijk gevierd.
Jubileum Cinema Palace, Haarlem
De feestviering naar aanleiding van het tienjarig bestaan van de Cinema Palace te Haarlem, waarvan wij de vorige week melding maakten, is uitnemend geslaagd. De Oprechte Haarl. Courant geeft er haar lezers het volgende verslag van:
Wanneer u geen burger van onze aloude Bavo-veste was, niet alzoo geweten had dat Cinema Palace deze week zijn 10-jarig bestaan vierde en nog viert, ook geen vriendelijke uitnoodiging van de ondernemende directie voor de feestvoorstelling van gisteravond heeft ontvangen had, dan toch zoudt u bemerkt hebben, dat er "iets te doen" was: hier en daar prijkten in het theater fraaie bloemmanden, overal glunderden jubileums-gezichten, een bloemenmeisje uit Sevilla bood de uw begeleidende dame een bouquetje "Violettes Impériales" aan, de omlijsting van het zilveren scherm, waarop de beroemde "sterren" van het verre Hollywood al "getrild" hebben, was keurig en smaakvol versierd... kortom, alles wees er op, dat deze avond een heel bizondere was!
En de herdenking van dit jubilé, waarvan duizenden en duizenden "bezoekers" kunnen en zullen meeleven, is gezellig verloopen. In hoofdzaak zeker, doordat het program ditmaal met nog meer zorg samengesteld bleek dan "anders".
Het orkest leidde den avond in, en, zooals gewoonlijk natuurlijk, opperbest en "smakelijk"!; het "Journaal" bleek weer afwisselend en belangwekkend; "De groote parade" was een te waarderen teekenfilm; en de "clou" vóór de pauze vormde CHARLEY CHAPLIN's eerste hérverschijning in Holland met "Loon-dag", een rolprent uit de befaamde millioen-dollar-serie, welke film de komiek der komieken zèlf schreef en regisseerde.
In de pauze dan: de huldiging van de directie! De heeren J. INPIJN, de oprichter en leider van de technisch afdeling, en H.J.D. DAUDEIJ, de directeur, betraden het podium, en de eerste gelukwensch was die van het personeel: met als stoffelijk blijk van felicitatie een prachtige staande klok, welke een eereplaats in de bioscoop verkrijgen zal.
Een mooi zilveren geschenk van de aandeelhouders werd hierop aangeboden als een persoonlijk "woord" tot den directeur en zijn echtgenoote.
"Monsieur le Directeur" dankte hartelijk, welgemeend voor de cadeaux en... begon meteen terug te huldigen, zullen we maar zeggen, door "Oome Bram", het lid van het personeel dat 10 jaar aan de zaak verbonden is en geen andere naam kent dan dezen, een gouden herinnering te overhandigen; en Oome Bram's confraters sloten zich daarbij aan met een rookstandaard.
Toen volgden nog enkele bloemstukken, waarbij een kolossale mand van de houders der stadsbiljetten, en als zeer sympathieke hulde aan EDWIN BRON en zijn wakkere makkers werd de orkestleider met een lauwerkrans vereerd.
In de pauze deed de organist, de heer B.C. NEL, van zijn uitmuntend spel genieten; en de feestvoorstelling sloot, dat spreekt, met het witte doek, hetwelk een fijn gespeelde Fransche kunstfilm "Het Bloemenmeisje" gaf.
Cinema Palace in 1928
Boven aan de gevel hangt een uithangbord met CINEMA erop. Aan diezelfde beugel hing in 1917 nog de tekst Automobielen.
Er is de nodige verlichting te zien aan de gevel, naast het uithangbord en boven de ingang. Verder teksten zoals 'Casanova komt' en waarschijnlijk 'Prinses Pasha'.
De entree van Cinema Palace is verplaatst naar het pand ernaast, Grote Houtstraat 111. Later werden de panden samengevoegd en werd het adres Grote Houtstraat 111-113.
Oude projector
In 1929 kwam de Ernemann-II projector op de markt. Op een zolder van Cinema Palace werd een projector van dit type gevonden. Het is een projector met een voorvlinder en alleen geschikt voor het vertonen van stomme film, film zonder geluid. Omdat in datzelfde jaar ook een soort grammofoon aan de projector gekoppeld werd, is het zeer wel mogelijk dat dit met deze projector is gedaan. Deze projector is in 2021 naar EYE gegaan.
1929 Geluidsfilm
De techniek staat niet stil. In 1929 worden de eerste 'geluidsfilms' in Cinema Palace vertoond. Een primeur. Daarmee heeft het theaterorgel - helaas - zijn belangrijkste functie verloren.
Zoals Frans Thijssen me al vertelde, er werd aan de projector een soort grammofoonspeler gekoppeld om op gezette tijden bijbehorende geluid ten gehore te brengen.
Deze techniek met grammofoonplaten liet erg te wensen over. De synchronisatie was bijna niet goed te krijgen. En alhoewel het frequentiebereik van de grammofoonplaten beter was dan van de bijna gelijktijdige opkomende geluidsfilm waarbij een apart optisch spoor op de film is aangebracht, waren de voordelen van de synchronisatie bij het optische spoor meteen opgelost.
In december 1929 kwam de succesvolle 'All talkies' film Broadway Melody naar Cinema Palace. De recensent van de krant schreef: "Dat de talkies een groote toekomst te gemoet gaan bewijst de "Broadway Melody", want hoewel aan de weergave van deze talky, wat het geluid betreft, in Cinema Palace nog vele fouten kleven, kan men toch van een groot succes spreken. 't Is of alles nu veel wezenlijker is. Treffend en ontroerend is bijvoorbeeld de scène waarin Hank (Bessie Love) weent om haar verloren geliefde, dien zij met bloedend hart afstaat aan haar zuster Queenie. Nooit hadden we bij een zwijgende film die ontroering gekregen, die Hank's "hoorbare" smart ons hier geeft. Dit is in één woord schitterend. Zeker, de stemmen komen wat schel en rauw en met een neusklank door, en de vrouwenstemmen nog ongunstiger dan die der mannen, maar deze technische fouten zullen binnen niet al te langen tijd verbeterd zijn en dan zijn de talkies er. (...) Broadway Melody is een film, die iedereen moet gaan hooren en zien."
Eerste personeelsleden
Vanaf 1917 tot 1939 werkte de schoonzus van Inpijn, mevrouw Wils-Bottelier in Cinema Palace. Eerst als cassière, daarna pachtte ze het buffet.
Zij heeft veel van de veranderingen meegemaakt. Vanaf de tijd waarin een pianist zoals D.G. de Haan en explicateur H. Eljon het filmprogramma stijlvol wisten te omlijsten, later het theaterorgel en daarna de introductie van de geluidsfilm tot en met de grote verbouwing in 1930.
Mevrouw J.M. Wils-Bottelier woont in een der vele hofjes rond het centrum van Haarlem en ze leidt daar, samen met haar man, een tevreden, maar nog hoogst actief bestaan. (...) Hoe tevreden mevrouw Wils nu ook is en met hoeveel plezier zij haar dagelijks werk verricht, toch denkt zij met heimwee terug aan haar eerste huwelijksjaren en de tijd daarna. Meen niet, dat het huwelijk in de loop van de jaren minder gelukkig zou zijn geworden, integendeel. Dat heimwee heeft betrekking op haar loopbaan, die zij aanving, zodra zij in het huwelijksbootje stapte: cassière bij de (in aantal) tweede bioscoop in Haarlem: Cinema Palace, nu 40 jaar geleden.
Het theater opende 5 Februari 1915 zijn (bescheiden) toegangsdeuren onder directie van de heer J. Inpijn en direct van het begin af wenste zijn schoonzuster, mevrouw Wils, de verkoop der plaatsbewijzen ter hand te nemen. Haar man kwam bij Cinema Palace in dienst als controleur en doorliep tevens allerlei andere functies. Cinema Palace is ontstaan uit de twee panden van de Eerste Haarlemsche Auto Maatschappij, die eveneens werd gedirigeerd door de heer Inpijn. Toen de eerste wereldoorlog uitbrak, werden de auto's door het leger opgeëist en raakte ook de benzine op, zodat de directeur naar een rendabele exploitatie van zijn panden zocht. Die meende hij gevonden te hebben in de verbouwing van eerst een, daarna het tweede pand tot bioscoop. Een bepaald onhoudbaar idee is dat niet gebleken.
Mevrouw Wils heeft 6½ jaar de cassa bediend, waarna zij 15 jaar de foyer in het theater pachtte. Dat is de mooiste tijd van mijn leven geweest, verklaart zij met haar lage, ietwat hese stem. Koos Speenhof heeft in die periode nog een gedicht op haar gemaakt. In 1939 hield zij met dit werk op, omdat zij en haar man van plan waren hun enige dochter in Zuid-Afrika te gaan bezoeken. De reis ging echter niet door wegens de oorlogsdreiging, dus was het opnieuw aanpakken geblazen in nederland. De heer Wils was inmiddels door een reorganisatie bij Cinema Palace uit dienst getreden.
Het zakelijk inzicht van mevrouw Wils deed al gauw een lunchroom verrijzen aan het De Ruyterplein, waarna zij tot 1947 een lunchroom dreef op de hoek van de Westergracht en de Gasthuislaan. In dat jaar vertrokken voor een jaar naar Afrika. In 1948 keerden zij terug en belandden tenslotte, dank zij bevriende relaties, in hun huidige woning.
1930 Nieuwe gevel en entree
Eind 1929 worden de plannen ingediend voor een geheel nieuwe gevel en entree. Aangenomen kan worden dat dit gedaan is in opdracht van Hein Daudey. De gevel en de entree worden geheel vernieuwd. De gevels van de garage en het woonhuis verdwijnen en Cinema Palace krijgt een strakke gevel in de stijl van die tijd, de Dertiger jaren. Velen zullen zich Cinema Palace herinneren zoals het toen in 1930 is opgeleverd. Een bioscoop me een luxe sfeer en uitstraling, het 'Tuschinski van Haarlem'.
Een nieuwe gevel met lichtreclame. Een halfronde kassa in het midden met brede dubbele deuren ernaast. Daarachter een ruime luxe hal met trappen naar het balkon en een grote foyer op de bovenetage. Een lift die bezoekers van de hal naar de foyer kunnen brengen versterkt het gevoel van luxe.
De grote bouwtekening (rechtsklik en 'Openen in nieuw tabblad' voor extra vergroting) van de hal en foyer (met details van de kelder en de cabine op de daketage) geeft informatie over deze metamorfose. De knik in de rooilijn door de twee panden 111 en 113 wordt rechtgetrokken.
Onderaan op de tekening is de oude en erboven de nieuw situatie getekend.
Achter het scherm worden de toiletgroepen gemoderniseerd, nieuwe riolering aangelegd en de orkestbak en het podium worden weggehaald. Een van de huizen aan het Klein Heiligland wordt gesloopt om een ruime nooduitgang langs de achterkant van de bioscoop te kunnen maken.
1931 Hein Daudey weg bij Cinema Palace
In 1931 krijgt Hein Daudey de leiding gekregen over Remaco's Filmverhuurbedrijf in Amsterdam, die zich heeft afgescheiden van Meteor Film. Misschien dat hij dat deed naast het werk voor Cinema Palace. Vanaf 1939 is George van Toorn, echtgenoot van Doortje Desmet, bedrijfsleider van Cinema Palace en Roxy.
1954 CinemaScope
10 meter erbij. In 1954 wordt de zaal vergroot. De ruimte in de kelder van de voormalige orkestbak en de orgelkamer waar de galmkasten en andere apparatuur stond, en daarboven het toneel, de kleedkamers en de ruimte voor de toneelknecht, worden aan de zaal toegevoegd. Daardoor kan een projectiescherm over de volle breedte van de zaal aangebracht worden. Dit was nodig om het veel bredere Cinemascope formaat te kunnen vertonen. De gordijnen die voor het doek hingen werden hier nog opzij geschoven.
1961 DP-70 projectoren
29 September 1961 worden de Philips DP-70 projectoren in gebruik genomen.
Vanaf morgen in Cinema Palace. De werkelijkheid kan niet werkelijk genoeg zijn
Vrijdag gaat Cineama Palace met een nieuw projectiesysteem werken: het Todd-AO-systeem, dat zijn naam dankt aan de grote promotor van de meest uiteenlopende zaken, de helaas te vroeg gestorven Mike Todd. Volgens dit systeem wordt een 70 mm brede film geprojecteerd op een zeer breed doek, terwijl het geluid via op verschillende plaatsen opgestelde luidsprekers geproduceerd wordt. Daarmee wordt een veel grotere werkelijkheids-nabootsing bereikt. De toeschouwer beleeft de film alsof alles zich veel echter voor zijn ogen afspeelt.
Op de eerste plaats is daar het grote scherm. In Cinema Palace reikt dat vrijwel van wand tot wand en is bijna elf meter breed. De hoogte is bijna zes meter. Het doek is zelfs zo breed, dat het vóórgordijn niet meer op de normale wijze terzijde geschoven kan worden, omdat het anders nog gedeeltelijk over het projectiedoek hangt. Het gordijn is dus optrekbaar gemaakt. Bij Cinemascope wordt ook wel op een breed scherm geprojecteerd, maar men doet dat vanaf een normale 35 mm-film. Omdat hier een 70 mm-film wordt gebruikt, wordt het geprojecteerde filmbeeld in feite veel minder vergroot dan bij Cinemascope. Om precies te zijn: het wordt driemaal minder vergroot dan bij Cinemascope. het gevolg is - zoals bij gewone fotografie - dat het Todd-AO-filmbeeld veel scherper is e veel minder afwijkingen vertoont.
Bovendien is de filmband voorzien van zes geluidsporen. De bijbehorende luidsprekers zijn verspreid opgesteld en ieder geluidsspoor leidt een eigen geluid naar eigen luidsprekers. Een figuur rechts op het filmbeeld hoort men nu ook werkelijk rechts spreken, en een links spreekt links. een fanfarekorps, dat rechts van het doek loopt, hoort men - zelfs als het niet meer te zien is - nog aan de rechterkant "nablazen". Bovendien is er een afzonderlijk geluidsspoor voor speciale effecten als donder, regen etc.
Doordat men hier van magnetische geluidsbanden gebruik maakt - zoals bij een bandrecorder - kan een veel grotere frequentiehoogte worden verkregen. De toeschouwer kan u alle geluiden horen, die hij in werkelijkheid ook hoort. Het tot nu toegepaste systeem bereikte slechts een bepaalde frequentie, met als gevolg dat bepaalde boventonen niet opgenomen konden worden. De operateur hoeft nu de geluidsapparatuur niet meer op "scherp" te zetten, om alle gesproken woorden duidelijk te doen horen. Daardoor ontstond in het verleden het slissen van de spelers op het witte doek.
Dank zij deze combinatie van zes magnetische geluidssporen en een 70 mm-filmbeeld, kan de werkelijkheid zeer getrouw worden nagebootst en deze werkelijkheidsillusie is tenslotte het doel van de film. Het is niet nodig, dat de toeschouwer het volledige, zeer grote beeld, bewust ziet. De eigenlijke handeling speelt zich op een bepaald gedeelte van het doek af. Daaromheen vinden de begeleidende handelingen plaats - zoals in de werkelijkheid - die de toeschouwer en passant "meeneemt". Hij ziet de film dus niet meer in de zwarte toneellijst, maar zoals in de werkelijkheid van een natuurlijke entourage. Het geluid komt in totaal uit 32 luidsprekers die het geluid "in de bioscoopruimte" brengen, zodat het - zoals in de werkelijkheid - de toeschouwer niet rechtstreeks bereikt.
De directie van Cinema Palace heeft tegelijkertijd van de gelegenheid gebruik gemaakt om het zogeheten projectielicht te vernieuwen. Men is afgestapt van het vroegere koolspits-licht en is overgegaan op het Xenon, dat veel meer kleurzuiver is en dat van alle lichtsystemen het meest het daglicht benadert. Dat betekent voor de projectie van kleurenfilms, dat de kleuren veel echter en zuiverder op het witte doek komen, en dat de verschillende tussenkleuren en nuances veel duidelijker zichtbaar worden. Ook hier dus een meer getrouwe weergave van de werkelijkheid.
Met deze technische verbetering start Cinema Palace morgen de vertoning van de speciale Todd-AO-film "Spartacus", een spectaculaire geschiedenis op klassieke motieven. De film is speciaal volgens het Todd-AO-systeem opgenomen. In de niet al te verre toekomst zullen nog andere Todd-AO-films volgen als "Porgy and Bess", "El Cid", "The Alamo", "King of Kings" en "CanCan". Veel films zijn nog niet volgens dit systeem opgenomen. Daarom is het maar gelukkig, dat de nieuwe apparatuur van Cinema Palace in betrekkelijk korte tijd geschikt te maken is voor vertoning van normale 35 mm-films. Dat is trouwens ook nodig om het voorprogramma te kunnen vertonen, dat nu eenmaal nog op normale breedte is opgenomen.
1962 Nieuwe stoelen
In 1962 wordt opnieuw een grote verbetering aangebracht. Nieuwe stoelen met meer beenruimte nadat sinds kort al de verbeterde projectie met 70 mm film is aangebracht.
Met de vertoning van "Porgy and Bess" wordt een nieuw begin gemaakt van een vorstelijke filmbeleving in Cinema Palace.
In de krant van 10 februari 1962 wordt verslag gedaan van de film Porgy and Bess, gevolgd door een korte beschrijving van de vernieuwingen.
Het Todd-AO-systeem dat zich bedient van een 70 mm-film, tweemaal zo breed als een normale film, en geen uitspreidlenzen gebruikt, zoals dat bij het cinamascope-principe nodig zijn, zorgt voor een goed beeld dat aan de zijkanten niet vertekend is en minder grof van korrel is dan bij de meeste wide-screen projecties het geval is. Cinema Palace, dat thans intern verbouwd is en voor de toeschouwers aanzienlijk comfortabeler is geworden, heeft er goed aan gedaan dit bijzondere muziekdrama uit te kiezen ter viering van de heropening. Morgen beginnen de vertoningen die waarschijnlijk wel enige weken zullen voortduren.
Cinema: veranderd en verbeterd
Wanneer morgenavond om half acht het programma van Cinema Palace begint te draaien, zullen de bezoekers van "Porgy and Bess" ervaren, dat het theater, zeker wat de plaatsen betreft, een ingrijpende verandering heeft ondergaan. De directeur ban het theater, de geer G. van Tooren, heeft een radicale ingreep laten doen in de plaatsing van de stoelen. De tussenpaden zijn namelijk verdwenen en de zitplaatsen vormen nu één groot blok. Er zijn nu in de zaal nieuwe stoelen gekomen, maar de grootste winst is ongetwijfeld, dat de rijen verder uit elkaar staan. Er is ruimte genoeg om te passeren, terwijl de bezoeker heel gemakkelijk kan zitten en niet met zijn benen in de knel raakt. Hopelijk komt men ook zover in andere theaters (niet alleen bioscopen) in haarlem. Deze verandering, die een grote verbetering betekent, heeft met zich meegebracht, dat in de zaal het aantal plaatsen van 649 is teruggebracht op 540. Op het balkon is de toestand het zelfde gebleven. De stoelen zijn opgeknapt. Het aantal plaatsen blijft op 209.
Men heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt, het hele theater een opknapbeurt te geven. De stucadoorzuiltjes zijn verdwenen en daarvoor in de plaats is een rustig-groene betimmering gekomen, welke aan de zaal meer lijn geeft. Het schuivende voorhangsel is verdwenen en vervangen door een royaal doek, dat in plooien omhoog wordt getrokken. Zoals bekend heeft het theater een filmdoek van elf en een halve meter. Door verschillende snufjes krijgt het beeld een een nog beter reliëf, terwijl de acoustiek het geluid op een voortreffelijke wijze verwerkt.
Het theater dateert van omstreeks 1925. De oudere Haarlemmers zullen zich herinneren, dat eertijds de heer inpijn daar een rijwielschool in gevestigd had, waar men kon leren fietsen. daarna begon de heer Inpijn met een garage en tenslotte stichtte hij daar een bioscoop.
Oscar voor de DP-70 projector
De Philips DP-70 is door Jan Jacob Kotte in 1955 in recordtijd ontworpen. Er zijn er 1577 van geproduceerd, De projector is wereldwijd verkocht aan grote theaters. In 1963 ontving Philips een Oscar voor deze projector voor zijn uitzonderlijke prestaties en grote verbeteringen aan de filmprojectietechniek.
De Philips DP-70 projectoren bleven in Cinema Palace hun werk doen tot de sluiting in 2011.
1990 Grote verbouwing
De entree, de hal en foyer krijgen net als de zaal een verjongingskuur. De gedateerde houten deuren met de halfronde kassa in het midden, worden vervangen door een moderne en vooral ruime kassa aan de zijkant van de entree. De deuren worden vervangen door moderne glazen deuren. In de hal verdwijnt de achterwand met liftdeur en komt daar een buffet met berging. De foyer op de eerste verdieping krijgt een moderner aanzicht.
In de zaal verdwijnen de Venetiaanse kroonluchters en armaturen. Daarvoor in de plaats worden eenvoudige moderne messing kroonluchters en bijbehorende wandarmaturen aangebracht. De wanden krijgen een nieuwe bespanning en de geluidstechniek wordt uitgebreid met een Dolby installatie.
Op weg naar het einde in 2011
In 1997 is er een asbestsanering geweest en in 2009 worden de tekeningen ingediend voor de goedkeuring van het verbouwen van bioscoop Cinema Palace tot een kledingwinkel met roltrappen van Esprit. Door de welstandscommissie wordt bepaald welke details van de gevel bewaard moeten worden.
In 2011 valt het doek definitief voor Cinema Palace en wordt de laatste voorstelling met de film Amélie gedraaid.
2012 Esprit
Bouwtekeningen, foto's en karntenknipsels, tenzij anders aangegeven, afkomstig van het Noord-Hollands Archief (NHA).
Cinema Palace |
|
Zeeland |