De filmkopieerapparatuur die bij Van Lemel was opgesteld werd, inclusief de werknemer, overgedaan aan Appie Oorthuis. Die woonde in de Archipelstraat, een nette volksbuurt in Haarlem-Noord. Achter zijn huis was een grote schuur gebouwd waarin hij een eigen showroom en filmcabine had getimmerd. Achter de cabine werd de ruime schuur nu ingericht voor de nieuw verworven filmkopieer- en ontwikkelapparatuur.

Ab haalde bij filmdistributeurs in Amsterdam afgeschreven filmkopieën op, zogenaamde hakkers. Degene die voor de afvoer van overtollig films moest zorgen werd gevraagd om minder hard met de bijl op de zijkant van de filmrol te slaan opdat de perforatie niet teveel beschadigd zou raken. Want dat was wel de bedoeling van de filmmaatschappijen, voorkomen dat de overtollige kopieën toch opnieuw, al of niet commercieel, gebruikt zouden worden.

Zijn huis en schuur lagen vol met stapels filmblikken. Een of twee keer in de week draaide hij dan voor zichzelf, zijn vrouw Diny en soms zijn zoontje, de nieuwste aanwinsten. Vaak kwam zijn zwager die naast hem woonde er ook bij. Dat de film regelmatig brak op de plaatsen dat de bijl zijn werk meer dan goed gedaan had, ligt voor de hand. Maar vaak viel dat mee en stond de boel maar een of twee keer stil door een breuk. Na het werk bleef ik dan bij ze eten en keken we gezamenlijk naar de films.

filmblikken

Filmblikken, ook filmtrommels genoemd, had je grofweg in twee soorten, de dunne blikken en de dikke ijzeren trommels. Meestal waren ze rond, maar soms vierkant, alhoewel die laatste soort meer voor 16mm film werd gebruikt. Beide soorten blikken roesten gemakkelijk waardoor het openen niet altijd even eenvoudig gaat. Ook de blutsen die gedurende het gebruik en vooral tijdens het transport kunnen ontstaan, maakte van het openen van een blik nogal eens een uitdaging. Rondom wrikken is de eerste en meest toegepaste methode. Wilde een blik niet open, dan kon je het blik op de kant zetten en met enige druk over tafel rollen. Met een beetje geluk hoorde je of het deksel los begon te komen. Dan kon je proberen of het normale openen nu wel ging. Wilde het helemaal niet, dan kon je proberen de rand van het deksel op de tafelrand te slaan waarbij je het gewicht van de film in het blik gebruikte als krachtige omgekeerde hamer. Vooral met de ijzeren blikken, die van zwaarder en dikker materiaal gemaakt waren en waarvan het deksel een ronde omgeslagen rand had die wat uitstak, ging dat heel goed. Het gebruik van gereedschappen zoals schroevendraaiers had een averechts effect. Dan kreeg je afloop het blik niet meer met goed fatsoen dicht.

nitraatfilms

Ab had verschillende blikken nitraatfilm op de plank liggen. Nitraatfilm is zeer brandbaar. Gevaarlijk in een omgeving met open vuur zoals dat gebruikt werd in de koolspitsenlampenhuizen van die tijd. Menige bioscoop is daardoor afgebrand1. Maar in de tijd van de acetaatfilms die niet brandbaar waren maar wel snel verschroeiden – iedereen kent het beeld van een film die stopt in de projector waarbij het stilstaande beeld onder je ogen verbrand of verschrompelt – was het leuk om met de brandbare nitraatfilms te spelen. Ik denk dat in elke jongen een potentiële pyromaan schuilt. Als kind speelden we met een vergrootglas of lens om dat als brandglas te gebruiken. We sloopten de zwarte handvatten van oude fietsen af om stukjes daarvan – je moest zuinig zijn met je kleinood – onder het brandglas te leggen zodat de zon er een piepklein vreselijk heet vlekje maakte. Binnen een mum van tijd kringelde er rook omhoog niet snel daarna gevolgd door een bruinrode vlam en vreselijk stinkende rook. Die geur blijft lang in de neus hangen. Ditzelfde gebeurt met brandbare film. Neem je een losse strook, dan brandt die, zeker als je hem laat hangen, snel op. Iets lastiger maar vele malen spectaculairder was het als je een rol film had. Dan trok je een deel uit het midden dat je aanstak. In het begin is er nog niet veel aan de hand, maar als de kern van de filmrol voldoende heet was ging het snel. Met geraas en een steeds hoger wordende, bijna steekvlam, brandde de rol film weg. Dan deinsde je met respect even achteruit. De stinkende rook deed aan de vroegere hoogovens denken. Rook met verschillende kleuren erin.

Ab vertelde me dat ze vroeger speelden met die brandbare films. Ze maakten een gat in de zijkant van het filmblik en trokken er een stuk film door naar buiten. Het filmblik werd dichtgeschroefd, de filmstrook aangestoken en deze 'molotovcocktail' in de gracht gegooid. Onder water brandde dat gewoon door. Het blik tolde in het rond en even later kwamen de dooie vissen bovendrijven.

Ab was een echte scharrelaar, goedlachs en soms grof in de mond. Het is me nooit duidelijk geworden hoe hij aan zijn inkomsten kwam. Vaak was hij op onregelmatige tijden op pad met zijn buitenissig grote Amerikaanse auto. Regelmatig kwam hij terug met smeuïge verhalen waarbij hij vaak met een overdreven Joods accent sprak. Een kleurrijk figuur was hij.

filmopnames

Hij was een groot liefhebber van de paardenrennen en het bijbehorende gokken. Met name de renbaan in Hilversum had zijn belangstelling. Een paar keer ben ik mee geweest om te zien hoe dat eraan toegaat. Met gokken had ik geen geluk, maar mijn inzetten waren dan ook erg bescheiden.

Renbaan Hilversum
Renbaan Hilversum (achief NDR)

Op een gegeven moment had hij het idee gekregen om zelf films te gaan opnemen die dan later thuis op 8mm door mij konden worden overgezet. Het idee was dat de eigenaars van de paarden wel belangstelling zouden hebben voor de verrichtingen van hun paard en dus ook goed geld over zouden hebben voor een exclusief filmverslag van hun race.

Een 2e-hands 16mm camera van Arri werd aangeschaft en een indrukwekkend statief erbij. Zonder enige kennis of ervaring gingen we naar de drafbaan. Achter de voorruit van zijn Amerikaanse slee had hij een grote kaart gelegd met de tekst Filmdienst erop. Daarmee zouden de hekken naar de baan open gaan. Even smoezen met de bewaker en we reden de baan op, richting stallen. Brutalen hebben de halve wereld. Dat onze onaangekondigde aanwezigheid niet door iedereen gewaardeerd werd is te begrijpen. Op de tribunes waren verhalen over paardendoping een bekend gespreksonderwerp. En een camera die dat mogelijk zou vastleggen wilden sommigen er niet bij hebben. Het bleef bij enkele shots van een bevriende eigenaar met zijn paard, en dat was het. Dan maar naar buiten, naar de baan. Aan de zijkant van de baan reed de jury-auto mee met de paarden om te zien of alles volgens de regels verliep. Dat was de plek die Ab ook wilde hebben voor mooie opnamen van de race. Dat is één keer gelukt, maar daarna was dat over en uit.

Einde paardenfilms.

filmacteur

Een volgend project werd gestart. Op veel plaatsen werden onder de toonbank films verkocht. Daar zat handel in. Uit Amsterdam werd een jongedame met hoog opgestoken inktzwart haar uitgenodigd om bij Ab thuis in zijn 'studio' seksfilm te maken. Tot Ab's verbazing had de jongedame haar moeder meegenomen. Ook Diny hield haar man scherp in de gaten. Ook bij die opnamen droop de klungeligheid er vanaf. Wild wiegend werden de meeste kledingstukken uitgedaan en woest weggegooid. Daarna verdween ze achter een gordijn dat vervolgens ritmisch begon te bewegen.

Einde film.

Hoed AbDan maar buitenopnames. Met de opvallende auto naar de waterleidingduinen. We hadden weinig zin om heel ver te lopen met de zware spullen. Dezelfde jongedame ging mee. Daar werd haar gevraagd om in een duinpan zich op een wat natuurlijker wijze van haar kleren te ontdoen. Ik mocht me voordoen als een gluurder. Met een oude hoed van Ab op – Ab had meestal een hoed zoals die van André Hazes op – en gewapend met een verrekijker, werd ik op pad gestuurd. Liggend op een duintje, doen of ik de jongedame kon zien. Dat was het dan. Ik heb later deze films niet hoeven te kopiëren. Er was na een voorvertoning bij een 'kenner' geen belangstelling voor. Begrijpelijk. Van de paardenfilms zijn een handvol kopieën gemaakt.

Einde filmcarrière.


1 Zie bij Cinema Palace: explosiekokers.


Van Lemel

Leger Film- en Fotodienst